EEN GOEDE BUUR MAAKT VERSCHIL
Denk niet dat het makkelijk is als je een pot met geld hebt en de opdracht het te besteden aan mensen die het nodig hebben.
Wat is daar dan zo moeilijk aan zal je vragen. We hebben nu 6 jaar ervaring en hopen daar een antwoord op te kunnen geven zonder een opsomming van frustraties te vermelden.
Ik zag een televisie uitzending over de Nederlandse missie in Uruzgan. Een vrouwelijke militair zei en passant: “denk niet dat de mensen hier snappen wat we aan het doen zijn. Zij denken: “Daar heb je weer zo’n stel. Kijken wat er te halen valt voordat ze weer weg gaan”. Dit is extreem, maar het verschil in cultuur tussen Nederland en Uruzgan is ook extreem. Het laat echter het wantrouwen zien van wat wij met name in Rusland in sterke mate tegen komen.

Mensen die generaties lang met moeite hebben kunnen overleven hebben nergens in hun systeem de notie om zorg te dragen voor “anderen” dan je “eigen mensen” zeker als er geen religieuze motieven in het spel zijn. Wat voor winst valt er te behalen met iets voor een wildvreemde te doen als je er niet eens de hemel mee kan behalen?

En dat is dus de paradox. Wij hebben de opdracht het geld te besteden aan mensen die het nodig hebben en mensen die het nodig hebben snappen niet dat wij ons geld en inzet aan hen besteden zonder er iets voor terug te krijgen.

Wij krijgen er echter wel iets voor terug, maar tegen de tijd dat ze dat begrijpen hebben ze het niet meer nodig!

Wat wij er voor terug krijgen is dat we in staat worden gesteld expressie te geven aan dat wat wij in de wereld als fundamenteel beschouwen; namelijk de universele verklaring van de rechten van de mens, vastgelegd door de Verenigde Naties. Hier noemen we slechts artikel 1: Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.

We hadden een jaar geleden nog het idee om onze websites te gebruiken om verslag te doen van onze ervaringen. Een aantal verslagen schorten we echter op om de eenvoudige reden dat we er ons van bewust zijn dat we met onze Nederlandse welvarende ogen, gebeurtenissen verslaan op een wijze die oh, ah, wat erg en waar doe je het voor, oproepen. Dik is serieus gevraagd of hij weet waar hij het voor doet en of dat zijn inspanningen waard is. Hij blijkt een oprechte missionaris van de rechten van de mens te zijn. Zijn aanwezigheid in Kaliningrad is van invloed, ook al is het minimaal.

In Costa Rica ligt het anders. Hoewel Djolt z’n buren echt niet snappen wat hij daar aan het doen is, komt hij dit wantrouwen niet tegen omdat; milieubewustzijn recent is, All Gore ook daar op de televisie komt en één winter zonder regen nog geen ramp is, maar het moet geen klimaats verandering zijn, want dan is het wel een ramp. Door toedoen van de stichting hebben onze buren een kettingzaag kunnen kopen om hun terrein te ontginnen. Maar de laatste beschermde bomen worden er ook mee omgezaagd. Wij snappen dat wel. Milieubewustzijn is voor de degenen die het stadium van overleven voorbij zijn.

( uit onze visie )
“Wij zijn intussen van mening dat het beste dat je kunt doen is, wonen, werken, leven, op de plaats waar je een bijdrage wilt leveren aan de ontwikkeling. Een open oog hebben voor waar je iets kan doen. En belangrijk is dat je toegang verschaft tot een netwerk dat tot ver over de grens reikt. Ook kan je als buitenlander contacten leggen die de bestaande sociale verhoudingen en codes doorbreken, waardoor nieuwe mogelijkheden zich openen.”
Hoe we dit in 2006 gedaan hebben is in de volgende verslagen over Costa Rica en Kaliningrad te lezen.

Costa Rica

Realestate
Er is veel grond verkocht. Naar verluid is er ruim 10 miljoen dollar de baai in gestroomd. Er wonen pakweg 2000 mensen, van oorsprong 4 families. De welvaart is dus zichtbaar toegenomen. Er wordt veel gebouwd. Houten huisjes worden vervangen voor stenen huisjes. In la Cruz zijn er 2 grote witgoedwinkels bij gekomen en een grote supermarkt waar zelfs champignons te koop zijn. 6 jaar geleden was er nauwelijks groente in la Cruz te koop. Daarvoor moest je op de markt zijn. Hondenvoer is ook zo iets. Als er hondenvoer in de supermarkt verschijnt, heeft de welvaart een niveau bereikt waar voor een grote groep het punt van ‘overleven’ voorbij is. Supermarkten van grote ketens zijn vaak gehuisvest in loodsen en ze komen en gaan. Het vertrouwen dat het economisch goed blijft gaan in la Cruz, blijkt vooral uit de bouw van een ‘shopping mall’ waar de architect los is gegaan in fantasievolle aan- en uitbouwtjes.

Raoul (buurman,vader van Yerson) heeft Djolt “nog een laatste kans” geboden alvorens al zijn grond aan ‘de Amerikanen te’ te verkopen. Djolt bleef bij: eerst papieren. Vervolgens kwam het bericht dat hij alles verkocht had voor 2 dollar de m2, behalve natuurlijk de 9 ha van Emilio en de 13 ha van Yerson.
Misschien was het waar.., aangezien je met genoeg geld die papieren ook wel in orde krijgt. In elk geval is het leuk dat Emilio en Yerson dan nog buren blijven. Maar de gedachte aan de koop van de grond was meteen van de baan. De oorspronkelijke gedachte bij 9 ha grond kopen, was dat de familie daarmee geholpen zou zijn. Perslot is de 140 ha die ze bezitten een groot bezit, maar zijn ze nu te arm om het te ontginnen.
De grond in Tempatal is nu dus te duur voor wat de stichting verder wil doen, namelijk bomen planten, daar is de grond dan te duur voor. De grond 20 km landinwaarts is veel goedkoper en voorlopig zal dat zo blijven want als de kuststrook buitenlanders aantrekt, trekt dat ook werk aan en daarmee mensen uit het binnenland. Een welvarende kuststreek betekent verkoop van finca’s in het binnenland. Daar zullen de prijzen voorlopig niet stijgen. Bovendien is 20 km landinwaarts het klimaat al veel natter, wat voor bomenaanplant natuurlijk beter is.
Amerikanen die grond kopen doen de waarde stijgen. Waardestijging is een leuke gedachte, maar eigenlijk niet interessant als je vindt dat je op de mooiste plek van de wereld woont, want Die ga je niet verkopen! Wat kunnen dan de voordelen zijn?
De weg zal geasfalteerd worden, het pad waar de finca aan ligt, waarschijnlijk verlegd. Het leek het er eerst op dat je door drie kreken moest om bij de finca te komen, maar dat bleek één kreek te zijn waar de weg drie keer doorheen gaat. 200 Meter verder kan je de hele kreek omzeilen en die grond is al van de Amerikanen.
De gezondheidszorg zal verbeteren. Die is in Costa Rica op zich goed, maar tot Liberia, daarna na zijn er niet veel artsen die zich in deze arme streek willen vestigen.
Armando, (vriend van Arnoldo) heeft een apotheek geopend in la Cruz, er van uitgaande dat de streek op korte termijn tot ontwikkeling gaat komen Er is dus nu wel al een goede apotheek.
Mensen met villaatjes willen tuinen. Dat is goed voor de kwekerij. Ze willen ook meubeltjes en andere curiositeiten, Een vruchtensapbar is natuurlijk ook aantrekkelijk met de mogelijkheid tot een wandeling in het Codeso milieupark. Enfin, er is van alles mogelijk, maar voorlopig is er nog niet veel van te zien. De hekken worden verbeterd en de ronda (langs de hekken) wordt schoongehouden. Kwade tongen beweren dat de projectontwikkelaar Michel (die gaandeweg alle goodwill verloor) teveel geld had uitgegeven voor de grondaankopen en nu geen geld meer heeft om te bouwen. En daar moet de winst voor de investeerders natuurlijk vandaan komen.

Hand gemaakte dakpannen.
De veramerikanisering grijpt snel om zich heen. Wie geen Engels spreekt heeft niet veel toekomstperspectieven. Hoe was het ook al weer 6 jaar geleden toen Djolt met zijn rugzakje in la Cruz de bus uit rolde en Kees (Don Cornelio) zijn finca aan Djolt verkocht?
Het houten huis, donker, met 1 kraan en 1 elektriciteitsdraadje en met erg veel schorpioenen tussen de houtenplanken en vleermuizen in de nok. Niemand in het straatje had een auto, af en toe liet iemand zich thuisbrengen door een pick-uptaxi en dan kon je mee terug naar la Cruz. Maar normaal was het om eerst 2 km te lopen en dan te liften. Buren kwamen aan het hek en verkochten eieren, kaas, melk en zelfgebakken broodjes. Wat eerst zo rustiek en daarna normaal is verdwijnt ongemerkt en na 6 jaar zeggen we al: weet je nog wel ….
We hebben foto’s, van de ossen bijvoorbeeld die bomen versleepten. Die ossen zijn nu weg.

Een procédé dat ook niet meer wordt toegepast is handgemaakte bakstenen en dakpannen.
De authentieke huizen zijn hier van hout en op het dak ligt golfplaat. “Echte” dakpannen zie je nauwelijks, maar er is hier dan ook bijna niets dat aan de tijd van de Spaanse kolonie doet herinneren. Echte dakpannen zijn gemaakt naar Spaans model. Halfrond gebakken klei. In Nicaragua is er meer van te zien. Het procédé van het maken is daar dan ook bekender.
Hier aan het strand wonen vissers uit Nicaragua. Toen er een familielid was die het echte handwerk vaker had uitgevoerd hebben we uit nieuwsgierigheid en ook om deze bijna vergeten ambacht vast te leggen gevraagd een partij voor ons te maken.
De samenstelling: grond van de finca, zand uit de kreek en paardenmest. Door elkaar mengen in een kuil op de zelfde manier als het persen van druiven. De smurrie werd in houten vormen gedrukt en te drogen gelegd in de zon. Daarna moesten ze in een open veldoven gebakken worden.
Helaas, (door de klimaatverandering?) viel er een tropische winterbui in februari (hoog zomer in CR) en spoelde alle stenen en dakpannen weg. Maar we hebben het procédé wel op foto vastgelegd.

Een stenen huis
Het houten huis was een avontuur, maar er komt een moment dat je begint te verlangen naar het comfort van een stenen huis met een geïsoleerd dak. Schoon, koel en met de mogelijkheid kruipend en vliegend ongedierte buiten de deur te houden. We besloten om te beginnen met het plan omdat zaken die via gemeente en andere instanties moeten verlopen wel eens erg lang kunnen duren.
En toen totaal onverwachts kwam er een enorme vaart in het project een stenen huisje te bouwen.
Djolt raakte in gesprek met de man die de vergunningen verleent in La Cruz en ook architect is. Misschien zat hij om werk verlegen maar in hoog tempo kwam hij met een bouwtekening en de vergunning er achteraan. Djolt kan goed met hem opschieten. Er hoefde geen geld onder tafel bij.
Een aannemertje uit de buurt deed een offerte en vooral met het oog op de toekomst waarin aannemers en bouwmaterialen een stuk duurder zullen worden als er Amerikaanse vraag naar komt (Amerikanen betalen makkelijk veel geld voor iets dat ze graag willen hebben) besloten we meteen door te pakken. 8 maart zijn ze met de bouw begonnen. 12 april zat het dak er op.

Een huis laten bouwen door een aannemer werkt in Costa Rica anders dan bij ons. Djolt had gedacht dat al het werk gedaan zou worden en dat hij tijd zou hebben om in zijn werkplaats aan zijn eigen dingen te kunnen werken. Niets was echter minder waar. De aannemer zorgt voor de mensen en weet het hoe en wat van de bouw, maar de aanvoer van materiaal is zaak van de opdrachtgever evenals de betaling van de verzekering van de werknemers. En zo had Djolt het dus drukker dan ooit. Gelukkig beschikte hij over een auto! Waar hij dan ook alle dagen mee naar la Cruz moest. Er was iedere dag wel iets anders nodig.
De werkploeg verscheen ’s ochtends om 6 uur en vertrok om 4 uur. Dat zijn vele uren en niks siësta of zo. Het beeld van luie Latino’s in hangmatten moet dus echt worden bijgesteld.
Het was een vaste ploeg met wisselende losse arbeiders. In de laatste 2 weken kwam Oscar er bij. Oscar is 28 jaar en Nicaraguaan. Hij woonde (wonen, nou ja verbleef in een houten hokje) al 7 jaar in la Cruz. Hij heeft vrouw en 2 kinderen die in la Cruz geboren zijn. Het klikte meteen tussen Djolt en Oscar en Oscar liet duidelijk merken dat hij veel van bomen en planten weet.
Djolt had de afgelopen maanden een man uit het straatje, Matilde, in dienst gehad die keurig iedere opdracht uitvoerde, maar verder nergens over nadacht en rustig niks stond te doen als hij even geen opdracht had.
Djolt vond het even moeilijk om Matilde te ontslaan en Oscar in dienst te nemen (na al zijn ervaringen met werkers die beginnen met hard werken en dan steeds rustiger aan gaan doen totdat je er ongeveer bij moet blijven staan om het werk ook te laten gebeuren) maar hij heeft het er op gewaagd, vertrouwende op het gevoel dat het klikte. Matilde vond zijn ontslag wel best, dan kon hij ook weer eens wat anders doen. Aan dat soort afwisselingen was hij gewend. Hij heeft het bedrag meegekregen dat voor het aantal maanden staat dat hij gewerkt had. Hij heeft daar een illegaal huis van gebouwd van een formaat dat zijn buren gedacht zullen hebben dat het beter was geweest als hij korter bij Djolt had gewerkt.
Oscar is in dienst genomen. En aangezien hij nog met zijn residentie bezig is kan je wel sociale verzekering betalen, maar je kunt geen ongevallenverzekering afsluiten! Het is net Nederland. Zijn zoontje kan wel naar school en ze worden in het ziekenhuisje gewoon geholpen, maar naar Liberia kan hij niet door de politieposten.
Er zit dus enig risico aan vast, maar we zullen ons best doen zo snel mogelijk residentie voor Oscar te regelen. Nu we al 4 jaar met de residentie van Djolt bezig zijn hebben we ervaring! Een Nicaraguaans paspoort moet hij wel kunnen krijgen.

En dan is het huis casco klaar, de badkamer betegeld. Er kon dus gedoucht worden. Warm! Je kunt bij de supermarkt douchekoppen kopen die elektrisch verwarmen. Heel erg veilig ziet het er niet uit, zo met die elektrische draadjes boven de sproeier, maar enfin, warm douchen is als je langer verblijft erg prettig.
Djolt maakt de deuren en kozijnen zelf. Dat is verschrikkelijk veel werk, maar standaard is er alleen aluminium te krijgen en dat is erg lelijk. En wat de plaatselijke timmerman maakt wil je niet aan je huis hebben. Maar ook bij hotels en bij “echte” huizen zijn de ramen en kozijnen overal slordig en vol kieren. Er is kennelijk in een klimaat waar je je niet tegen koude wind hoeft te beschermen, geen noodzaak tot het ontwikkelen van een vanzelfsprekende stevigheid in ramen en kozijnen.
Djolt dacht als hij het zou laten doen, hij zo veel moest uitleggen dat hij het beter zelf kon doen. Maar als hij geweten had dat het zo veel werk was ….. Enfin, begin september was alles klaar en kon het huis worden afgesloten.

Carlos
Aan het begin van het pad woont een gezin met 11 dochters en 1 zoon. De zoon is timmerman. Die dochters trouwen nu en bouwen huizen gezellig dicht op elkaar op het smalle strookje dat ze van de gemeente gekregen hebben.
Eén van de dochters is getrouwd met Carlos. Ook Nicaraguaan met nicaraguaans paspoort (gaat dus ook iedere 3 maanden even de grens over). Carlos is timmerman en werkte in Coco op een scheepswerf. Hij wilde ook graag een huisje bouwen met een werkplaats op het terreintje van de familie om verder te werken met zijn zwager. Carlos vroeg om een lening van $ 3000,- dan kon hij van start.
Dat heeft de stichting gedaan. Hij betaalt in 3 jaar terug, per kwartaal. Hij bood zelf aan zijn gereedschap als onderpand te geven. Dat hebben we dus gedaan. We denken niet dat we beslag op zijn gereedschap gaan leggen als hij niet betaald. Bankieren is een vak apart.

Yerson ziet er heel goed uit. Zijn moeder heeft een grootbeeld televisie, een nieuw fornuis en zo nog wat. Het gaat dus goed met de visserij. Maar of hij alles afdraagt aan zijn moeder moet nog blijken.
Yerson was Djolt zijn beste vriend. Na de lening is er iets veranderd. Yerson is wel veel weg, maar toch. Geld lenen is een hachelijke zaak. Je doet het aan mensen die je vertrouwt en je vrienden zijn en als je het doet zijn het opeens niet meer echt je vrienden.
Carlos is geen vriend, maar toch; leningen verstrekken is een ander vak dan bomen planten.
We willen van leningen verstrekken dus geen gewoonte maken.

Gezinsuitbreiding op de finca
In september is Djolt voor zijn vakantie naar zijn vriendin Kristi in San Francisco gegaan. Het nieuwe huis had ramen en deuren en kon op slot!
Oscar heeft zich hardwerkend, betrouwbaar, en altijd opgewekt, bewezen en is met zijn gezin in het houten huis getrokken. Vergeleken bij het houten krotje in la Cruz een flinke verbetering.
Nu is er dus bewaking! Dat alleen al is veel waard. Iedere keer als je weg gaat het gevoel te hebben dat je je terrein met al het gereedschap onbewaakt achter laat, was een last die zwaarder werd naar mate er meer gereedschap kwam.
Oscar is super handig en heeft ook ideeën wat je moet aanleggen en hoe. Zo is er inmiddels een watersysteem waardoor de tank automatisch wordt bijgevuld als er straatwater is en zijn beide huizen op de tank aangesloten. Drinken doen we het straatwater niet meer omdat er echt erg veel kalk in zit. We kopen nu drinkwater, maar we moeten snel op zoek naar waterfilters, ook voor Oscar en zijn gezin.
De finca ligt er picobello bij, alles gesnoeid, gemest en aangeharkt.
Oscar was van plan om naar Nicaragua te gaan naar zijn geboortedorp, om een paspoort te verkrijgen, maar hij doet het niet. Het waarom kan je toch niet achterhalen, maar hij is wel begonnen met stappen te ondernemen bij de immigratiedienst in la Cruz. Ook absoluut ondoorgrondelijk hoe dat werkt.
Djolt heeft een nieuwe advocaat voor zijn residentie. Een vriend van Arnoldo. De immigratiedienst schijnt inderdaad ondoorgrondelijk te zijn, niet alleen voor buitenlanders.

Een belangrijk pluspunt voor residentie verkrijgen is als je in Costa Rica kind(eren ) hebt gekregen.
Oscar heeft 2 kinderen in la Cruz gekregen, dus wie weet lukt het zonder een reis naar Nicaragua, maar het andere grote nieuws is dat Djolt vader wordt. Kristi is zwanger. Ze willen de baby geboren laten worden in Costa Rica, in San Jose. Dat wordt nog een hele organisatie, maar gelukkig hebben we Oscar zodat ze weg kunnen als dat nodig is.

9 hectare in la Garita
De kwekerij is inmiddels verdubbeld. Een paar duizend boompjes staan in zakjes te wachten om uitgeplant te worden. Er kan op de finca nog het een en ander geplaatst worden, maar niet alles.

Via een vriend van Djolt- onderwijzer in een klein dorpje- is Djolt attent gemaakt op een stukje grond van ruim 8 hectaren in La Garita, een dorpje 20km van la Cruz. Precies iets wat we in gedachten hadden toen de Amerikanen de kustprijzen omhoog joegen.
Doel is om bomen te planten, cocobolo, laurel, nispero, mahonie en ook 2000 teakboom.

Koor Kaliningrad
Van 18 maart t/m 2 april gaf het “Koor van de Dom van Kaliningrad” 17 optredens in Nederland. Voor een deel (meest) op “nieuwe” locaties als Winterswijk, Lunteren, Lemmer en Hoogebeintum, voor in deel in plaatsen waar het koor regelmatig terugkeert: Zoetermeer en Apeldoorn. Het is elke keer weer een hele klus om een sluitend programma te maken voor het koor, overnachtingen te regelen en te zorgen dat waar het koor optreedt aan alles is en wordt gedacht. Veel afspraken voor optredens beginnen met persoonlijke kontakten. Iemand hoort van het koor en weet wel een aardige kerk of heeft een kennis die wel vaker een concert organiseert. Zo kwam het concert in Velp tot stand. Of iemand heeft het koor, bijvoorbeeld in Kaliningrad/Königsberg horen zingen, of er misschien alleen maar van gehoord, en hoort het ook graag eens in de eigen omgeving. Dat leidde tot de optredens in Amerongen, Jorwerd en Hoogebeintum. Greet zorgt ieder jaar wel voor het ondersteunen van één concert. In 2006 kreeg het concert in Beilen haar support, eerder was dat in Roden en in Midwolde. Onderweg doet Dik hier en daar suggesties op. Zo kwam het koor in Warnsveld, Winterswijk, Lunteren en Dronten. Wanneer er zo’n zes weken voor een geplande tournee nog gaten in het programma zijn gaat de tijd dringen en gaat Dik op zijn gevoel en kennis van de kaart af. Dan worden er kerkelijke bureaus gebeld om te zien of een bepaalde kerk nog beschikbaar is. In feite gebeurde dat ook in de genoemde plaatsen Dronten, Lunteren, Warnsveld en Winterswijk. Het is vaak het best wanneer er plaatselijk mensen zijn die een draagvlak vormen voor publiciteit, kaartverkoop en verzorging van het koor. Maar niet altijd! Dat bleek later in 2006 wel.
Het voorbereiden van optredens vergt vaak een lange adem. Zo zijn er steeds wat van die latente verzoeken van groepen of individuele belangstellenden die het koor graag (weer) horen. Soms beginnen kontakten veelbelovend en lopen die dan op niets uit, soms ook duurt de aanloop tot een concert wel eens twee jaar. In het eerste kwartaal van 2006 speelde zo enkele kontakten met Duitse volkshogescholen, die overigens meer te vergelijken zijn met een Nederlandse volksuniversiteit en met een gerenommeerde Deense volkshogeschool. Er waren enkele Duitsers die belangstelling toonden en veelbelovende verhalen hadden om het koor naar o.a. Bonn en München te halen. Een gepensioneerde hoogleraar uit Duitsland, inmiddels naar Oostenrijk verhuisd, was ervan overtuigd dat het koor op verschillende plaatsen in de omgeving van Salzburg zou kunnen optreden. En dan was er nog een aantal Denen, leden van Lions-clubs rond een meneer van de Lions-club Rønde, die een prachtig plan hadden om het koor in oktober op verschillende plaatsen in Denemarken te laten optreden. Een plan dat te mooi leek om waar te zijn, veel tijd en geld kostte en uiteindelijk alleen een dikke teleurstelling opleverde. Daarover meer in het vierde kwartaal.
Met een aantal plaatsen en organisaties loopt een voortdurend contact over Kaliningrad en “het koor”. Een voorbeeld daarvan is een groep rond de Grote Kerk in Apeldoorn en Ds. Rob Visser. Er zijn ideeën om een soort partnerschap aan te gaan met de Evangelische Kirche in Kaliningrad en om eerst eens met een klein groepje op bezoek te gaan. Dat bezoek is wel voorbereid, maar later weer in de ijskast gezet toen men zich realiseerde wat de kosten zijn van reis, visum en verblijf.
De optredens van het “Koor van de Dom van Kaliningrad” in het eerste kwartaal kregen veel belangstelling van Omroep Gelderland. Die deed veel aan publiciteit en zette de voorbereidingen in gang om het koor in december vanuit de Eusebiuskerk in Arnhem te laten optreden voor de regionale TV, eerste kerstdag was het koor enkele malen te zien met een programma van 45 minuten kerstliederen die ook zijn te horen op de CD “Amber”.Voor het publiek waren de optredens van het koor telkens weer een feest van verwondering. Toch waren er ook wat kritische opmerkingen te horen. Er hebben telkens weer wisselingen plaatsgevonden in het koor. Voor sommige vaste bezoekers betekende dat niet alleen dat men bepaalde zangers miste, maar ook dat men de kwaliteit vond lijden onder het feit dat er mensen uit het koor vervangen werden door vaak jongere zangers en zangeressen. Waarom dan die wisselingen? Ten eerste omdat iedere vorm van continuïteit in het huidige Rusland vaak moeilijk te realiseren is. Zangers die op een andere plaats betere kansen menen te zien zijn ineens gevlogen, sommige mensen blijven langere tijd weg bij het koor. Anderen hebben er zo veel moeite mee zich naar de discipline van het koor te voegen dat ze of zelf opstappen of, en dat gaat in Rusland naar onze opvattingen met soms harde hand, te horen krijgen dat ze met soms onmiddellijke ingang kunnen vertrekken. Een zangeres kon de confrontatie met het leven in het westen niet aan en besloot zelf “uit te stappen”. Enkele zangers bleken voor Elena Kramarenko, de leidster van het koor, te weinig potentieel te hebben om gehandhaafd te kunnen worden. Elena brengt graag een groep jonge, goed ogende, mensen met veel muzikaal talent op de bühne, maar dat levert soms ook even een, vaak toch wel tijdelijke, terugval van kwaliteit op.

Iedere reis weer kan het koor een bedrag in de orde van zo’n 100 euro per concert bij pastor Heye Osterwald van de Evangelische Kirche in Kaliningrad brengen voor “Jablonka”, de opvang van straatkinderen in Kaliningrad en voor een onderkomen voor het “Blumhaus”, een huis waar behoeftige ouderen uit de omgeving van Gusew, het vroegere Gumbinnen, in het oostelijk deel van de regio Kaliningrad vanaf medio 2006 worden gehuisvest en geholpen. Daar gaat ook een groot deel van de kleding heen die Dik regelmatig meeneemt naar Kaliningrad.

Meteen na de maarttournee ging Dik aan de slag om de tournees in oktober en december verder
voor te bereiden.
Voor oktober 2006 waren er, via oude kontakten van Dik, al in 2005 afspraken gemaakt voor interessante optredens in Kopenhagen op 8 oktober, de volkshogeschool van Vestbirk op de 17e en via de hogeschool voor kerkmuziek in Vestervig (Noord-Jutland) op 29 oktober. In 2005 deed een gewichtig meneer Flemming Meyer van de Lions-club in Rønde op Jutland, een man met een dijk van een baan op het gebied van internationale betrekkingen bij de gemeente Ǻrhus, samen met nog twee bekende vertegenwoordigers van de Deense Lions, een prachtig voorstel: zeven of acht concerten in en bij Kopenhagen (aansluitend op de 8e oktober) en eenzelfde aantal optredens (aansluitend op de 29e oktober) in Jutland. Er werd een redelijk honorarium voor het koor in het vooruitzicht gesteld, onderdak, maaltijden plus een bedrag van 13.000 euro voor een humanitair project in de regio Kaliningrad. Deze deal was interessant genoeg om e.e.a. persoonlijk in Denemarken door te praten. Twee van onze drie veelbelovende Lions wilden, op doorreis naar een project van Deense Lions in Litouwen, persoonlijk poolshoogte komen nemen in Kaliningrad. Dik bereidde een programma voor hen voor, waarbij zij gesprekken konden hebben met een aantal mensen, waaronder de Deense Consul, die een goed beeld zouden kunnen geven van de situatie in Kaliningrad. De excursie vond plaats, met inbegrip van een ontmoeting met enkele mensen van de Lions-club van Kaliningrad. Er bleef daarna een regelmatig telefoon- en e-mailcontact met “onze” Lion-meneer bestaan. Hij drukte Dik op het hart voor de overeengekomen periode geen andere activiteiten te ontwikkelen. Lions-Denemarken zou instaan voor deze concerten én voor een gulle bijdrage aan een nader te bepalen project. Gaandeweg bleek men een duidelijke voorkeur te hebben voor een op kinderen in achterstands-situaties gericht project en wilde men de gift beslist laten lopen via de Lions-club van Kaliningrad. Dik is daar lid van. Hij probeerde zijn Deense vrienden ervan te overtuigen dat de Lions-club in Kaliningrad bepaald niet gewend was om zelf erg actief te zijn bij het oplossen van maatschappelijke problemen. Ieder z’n eigen zorgen en vooral: hoe wordt ik erg zelf beter van lijkt er het motto te zijn. De lijn via de Duitse Evangelische Kirche en pastor Heye Osterwald is naar zijn stellige overtuiging veel beter. Tot de verbazing van Dik, die de weg en verhoudingen in Kaliningrad intussen aardig kent, reageerde de Deense Lions-meneer dat hij toch wel beter wist hoe het in Rusland toegaat. Okay, er werd een project gevonden: een armzalig kinderhuis annex school in een vergeten hoek van de regio Kaliningrad: Nesterov. Dik ging er op bezoek en inventariseerde op Deens verzoek de wensen. Intussen kwam er echter niet veel duidelijkheid over de plaatsen waar het koor via de Deense Lions zou gaan optreden. “Maak je geen zorgen, we maken er twee mooie reeksen concerten van”, zei de Lions-meneer. De rest van het oktoberprogramma was tegen de zomer rond, toen van de kant van de Deense Lions-vrienden het verzoek kwam met een delegatie van dit maal 8 mensen zelf in Kaliningrad en met name bij het kinderhuis in Nesterov te komen kijken. Of Dik dat ook niet even kon organiseren. Dat kon. Met zo’n opdrachtgever ga je netjes om. Bovendien is het wel handig dat zijn Deens ronduit goed is.

Het programma voor december 2006 vorderde. Afgezien van de twee periode’s die door Lions in Denemarken zouden worden ingevuld, was het programma voor oktober voor de zomer rond. Onze “weldoeners” die voor concerten zouden zorgen voerden de spanning bij Dik op. Concrete data bleven uit en hij kreeg te hooi en te gras wat plaatsnamen te horen. Er werd een excursie voorbereid naar Nesterov voor medio september. Kort voordien kwam het telefoontje van Flemming Meyer, de man van de Lions-toezeggingen, dat er via hem geen optredens rond Kopenhagen geregeld konden worden. “Je weet wel, Kopenhagen is toch een heel andere streek dan die rond Ǻrhus en de afstand speelt ons ook parten.” In allerijl stapte Dik in de auto om zelf ter plaatse optredens te organiseren in Frederiksværk, Holbæk en bij Helsingør. Daarbij waren lokale mensen van Lions-clubs behulpzaam. Hij legde er contact met mensen van Lions uit Kopenhagen die zich ook zouden inzetten. Onmiddellijk daarna reed hij door naar Kaliningrad om de acht man/vrouw sterke delegatie van Lions op te vangen en naar Nesterov te begeleiden. Daar had hij een tolk bij kunnen regelen. Het kinderhuis, met name de armoede en de moeilijke omstandigheden, maakte veel indruk op de Deense gasten. Na afloop was er een etentje met enkele Lions uit Kaliningrad. Dik vroeg tijdens de maaltijd begrip van de Russen in het gezelschap voor het feit dat hij even over zou gaan op het Deens. In het Deens gaf hij onverbloemd uiting aan zijn boosheid over het feit dat men het koor zo vreselijk in de kou had laten staan: geen concerten rond Kopenhagen en nog steeds geen concrete afspraken voor optredens en onderkomen voor het koor in Jutland. De tijd dringt. De tournee was met goed fatsoen niet meer te annuleren en dreigde op een financieel debacle uit te lopen. Ten opzichte van de kinderen in het zojuist bezochte kinderhuis en de leiding daarvan eiste hij het onverkort nakomen van de gedane toezeggingen. Het Deense gezelschap bleek er niet van op de hoogte dat de voorbereiding van concerten kennelijk zo slecht liep. Het loste niets op.

Onmiddellijk na terugkeer in Nederland wist Dik nog een concert in Denemarken, via de gastvrije en vriendelijke Lions-club in Roskilde, te organiseren. De optredens in het noorden van Jutland lagen tenslotte op papier goeddeels vast. De tournee kon beginnen.

Intussen is in Kaliningrad een CD met kerstliederen opgenomen “Amber”. Muzikaal geslaagd, maar toen Dik zag hoe de opname’s verliepen met minimale apparatuur, werd het hem bang om het hart. Zou dit de kwaliteit hebben van eerder in Nederland opgenomen CD’s? Hij vreesde van niet en won, gewapend met een CD met proeven, informatie in Nederland. Hier adviseerde men de opnames toch maar in ons land op te nemen. In Rusland dacht het koor daar anders over. Opnames in Nederland zouden ongetwijfeld duurder uitvallen. Het is, vanuit de Russische beleving gruwelijk te zien om uitgaven te doen, te investeren in dure opnames, auteursrechten, publiciteit, het voorbereiden van concerten, huur van ruimte. “Nou gaan we eindelijk iets verdienen, en dan moeten er uitgaven gedaan worden!”. Onvermijdelijke uitgaven zijn vaak niet uit te leggen. Met lege dagen in de agenda was het heel eenvoudig geweest om goede opnames te maken in Denemarken, maar het gebeurde niet.
Op zondag 1 oktober kreeg Dik ’s morgens een e-mail van zijn contactpersoon bij de volkshogeschool in Vestbirk: de vrijdag tevoren had de hogeschool de deuren moeten sluiten! Na een roemrijk bestaan van 122 jaar. De gemaakte afspraken voor een reeks workshops, een concert, vijf overnachtingen en een behoorlijk honorarium kwamen te vervallen. Weer een tegenvaller. Onmiddellijk ging hij aan het bellen. Dat leverde enkele botte en andere hartverwarmende reacties op. Het koor zou gratis onderkomen kunnen krijgen in de volkshogeschool in Helnæs, op de zuidwesthoek van Fyn (Funen), waar men hem nog kende van jaren geleden. Er werd in allerijl een concert georganiseerd in het kerkje van Helnæs en afgesproken dat het koor “iets” zou doen met de cursisten. Inkomen zat er niet in….

3 Oktober vertrok Dik met angst in het hart naar Kaliningrad. Nog nooit eerder begon een tournee zo ongewis! Onderweg, in Polen, belde iemand van de kerkenraad van Holbæk, waar voor vrijdag 13 oktober een optreden gepland was. De kerkenraad had daags tevoren besloten dat het hele inkomen van het concert aan de kerk ten goede diende te komen! Anders geen concert. Dik ontplofte en begon driftig te bellen. Hij had één Deens telefoonboek in de bus: dat van Holbæk! Hij belde links en rechts, er kwam wat op gang in Holbæk, een plaats waar hij veel mensen kent. De kerkenraad trok na wie die Dik Bolkestein was en stond daarna open voor gesprek. Het concert kon doorgaan, het inkomen kon naar het koor en men steunde bij de voorbereidingen.

Het koor kon tenslotte uit Kaliningrad vertrekken, in Potsdam via kennissen overnachten en door naar Denemarken. Lions uit Kopenhagen hadden daar een onderkomen geregeld, dat nu door het koor betaald moest worden. Het aantal bezoekers viel, door de moeizame voorbereidingen, overal tegen. De inkomsten bleven dus ook achter. Dat leidde tot echt karige toestanden. In Helsingør, Roskilde en Helnæs, Tarm en Løgumkloster was de ontvangst geweldig. Het concert in de Heligåndskirke in Kopenhagen was een succes. Maar de tournee leek meer te kosten dan op te brengen. Een onmogelijke situatie voor koorleden die uitzien naar buitenlandse tournee’s en daar van moeten leven. Telefoontjes onderweg leverden niets op. Het landelijk kader van Lions in Denemarken haastte zich te zeggen dat de gedane toezeggingen niet voor rekening kwamen van Lions, maar van de individuele mensen in met name Rønde. Van hen kwam slechts één bericht: één optreden zou komen te vervallen. Van toegezegde maaltijden kwam niets. Met pijn en moeite lukte het een aantal overnachtingen in Viborg vergoed te krijgen. Tenslotte bleef een fors verlies, waardoor de thuisreis van het noordelijk gelegen Vestervig naar Kaliningrad in één ruk gemaakt moest worden. Er was geen geld meer voor overnachtingen! Boos, teleurgesteld en doodmoe kwam Dik na vier weken weer in Kaliningrad terug.

Het was een geweldige opluchting dat Gireloup met een bedrag van € 5.000.—bijsprong om de geleden verliezen uit oktober op te vangen. De kerkenraad van Frederiksværk, waar men had gezien hoe de Lions-club het er bij had laten zitten maakte ook een bedrag van € 1.000.—over. De Lions-club van Roskilde zamelde € 1.350.—in voor het kinderhuis in Nesterov. Zowel in Holbæk, Frederiksværk, Kopenhagen, Roskilde als Helnæs is het koor gevraagd in oktober 2007 terug te komen.

De tournee in december was beter voorbereid. Geslaagde concerten in o.a. Hamburg, Schleswig, rond Osnabrück en in Nederland, met als hoogtepunt uitzending van een concert vanuit de Eusebius-kerk in Arnhem via TV-Gelderland op eerste kerstdag. Op één plaats wilde een plaatselijke predikant het door hem te organiseren concert op het laatste moment annuleren. Afspraken daarover waren ruim tevoren gemaakt. Wijs geworden door zijn Deense ervaringen hield Dik, zo ver dat ging, vast aan wat was overeengekomen. Het concert ging door, al bleek het niet mogelijk het afgesproken bedrag voor het koor ook werkelijk te ontvangen.

Tijdens de tournees van 2006 is dankbaar gebruik gemaakt van schappelijke hulp van een kennis van Greet, Niels Dijkstra, manager van het Brinkhotel in Zuidlaren en, opnieuw, van een andere relatie van Gireloup, “Daidalos” in Driebergen. De gastvrijheid van Liesbeth van Besouw in Norg wordt door de koorleden geroemd. Enkele mensen (Greet de Koning en Wim Koeneman moeten genoemd!) hebben het koor geweldig gesteund. Soms zijn de condities die organisatoren van concerten stellen wat lastig: op enkele plaatsen (Rozendaal en Eelde) werd bedongen dat het koor binnen een bepaalde periode niet ook binnen een zekere straal rond “hun” concert zou optreden. In de praktijk blijken dergelijke voorwaarden niet al te strak te worden gehanteerd. Een kwestie van nog weer eens rustig praten.

Een flat in Kaliningrad
In april 2005 sloten Elena en Dik, met hulp een door hen uitgeschreven obligatie en een ruime inschrijving daarop door de Stichting Gireloup, de koop van een appartement in een flat in aanbouw, niet ver van het centrum van Kaliningrad. Deze zou begin 2006 worden opgeleverd. De bouw verliep echter traag en oplevering was in het eerste kwartaal nog lang niet in zicht. Russische zakelijkheid laat zich slecht met die in Nederland vergelijken. Gelaten wacht een Rus af.
De bouw vorderde niet, er waren weinig bouwvakkers te zijn bij de flat. In Nederland volg je de bouw van je huis, maak je foto’s, klets je even met bouwvakkers. In Rusland is dat anders. Dat even kletsen is er voor Dik niet bij. Zijn Russisch is nog maar heel beperkt en bovendien kreeg hij de indruk dat het in Kaliningrad niet de gewoonte is om ter plaatse te komen kijken. Men is veel te bang dat je er met de gereedschappen of bouwmaterialen vandoor gaat. Bovendien zijn de veiligheidsvoorzieningen ter plaatse van een voor ons onvoorstelbaar laag niveau. Je moet het doen met de geruchten. Een daarvan was dat de strenge winter voor een vertraging van minstens een half jaar had gezorgd, een ander, hardnekkig, gerucht ging dat de bouw door een brand vertraagd zou zijn. Geen geruststellende gedachte wanneer je bedenkt dat er bij de bouw geen verzekeringen worden gesloten en waarschijnlijk ook niet zijn te sluiten. Het risico is voor de koper. Dit is Rusland!

In september 2006 werd de flat onverwacht opgeleverd. In casco-staat. Geen deuren, deurposten, ruwe muren, badkamer, toilet en keuken moesten nog komen. De wanden nog geschilderd. Er ging een ploegje aan de slag. Op hoop van zege!

Eind 2006 was de flat bijna zo ver dat deze betrokken zou kunnen worden. De keuken moet nog worden geïnstalleerd. Het is af en toe wat lastig dat de stijl van organiseren en de opvattingen over vormgeving in Rusland afwijkt van die in Nederland. Een mooi voorbeeld is het feit dat we te horen kregen dat de lift het de eerste maanden wel niet zou doen. Of beter: de lift deed het wel, maar degene die daarvoor de knop moet omdraaien zou wel enkele maanden wachten, zodat iedereen alles, lopend over trappen rond de liftkoker omhoog moet slepen. Rusland is een merkwaardig land!

En dit is dan het verslag van 2006. Wij weten inmiddels al wat meer over 2007.
U wilt ook meer weten? Lees dan volgend jaar weer het jaarverslag van de stichting Le Gireloup.

Het bestuur.

 

Oudehorne,
20-mei-2007